Het is deze week (van 20 t/m 26 februari) Aromantic Spectrum Awareness Week . Gedurende deze week besteden we volop aandacht aan aromantiek en het aromantisch spectrum. Maar hoe is het eigenlijk om aromantisch te zijn? Onze vrijwilliger Jan doet zijn verhaal.
Aromantisch en aseksueel zijn is voor mij te vergelijken met het hebben van een PlayStation waar ik niet enthousiast over ben en die mij helemaal niet boeit. Soms wel leuk om te hebben, maar te veel tijd wil ik er ook niet aan besteden.
Aromantiek wordt gedefinieerd als het ervaren van weinig tot geen romantische gevoelens tot anderen en het beleven van weinig tot geen romantische aantrekkingskracht. In mijn leven is dit de dagelijkse realiteit. Zo heb ik nooit ervaren wat het inhoudt om verliefd te zijn. Wel heb ik het verlangen om bijvoorbeeld een intiem gesprek te hebben met een ander. Maar de behoefte om iemands hand vast te houden heb ik niet, al kan ik een arm wel waarderen. Een persoon in mijn leven die gevoelens van jaloezie ontwikkelt wanneer ik aandacht aan andere mensen besteed lijkt mij alles behalve fijn.
In tegenstelling tot ik met anderen, gaan mijn aromantiek en mijn aseksualiteit wel hand in hand. Aseksualiteit houdt voor mij in dat ik geen seksuele aantrekkingskracht tot andere mensen ervaar. Voor mij is het vanzelfsprekend dat mijn leven zonder deze gevoelens verloopt. Verder heb ik een best gangbaar leven met veel dingen die ik leuk vind en mijn interesse is breed. Ik geniet ervan om samen met mensen op te trekken en diverse zaken samen te beleven, zoals het leuke contact dat ik heb met de kinderen van mijn zussen en broer. Of het bezoeken van een goed festival. Bovendien kan ik uren over natuur, planten en tuinen praten met gelijkgestemden. En laat ik maar niet over reizen beginnen; dat vind ik echt geweldig!
Op een januariavond in 2015 zocht ik op het internet op termen zoals ‘geen interesse in seks’. Op die avond kwam ik de term aseksualiteit tegen. Voor mij was het direct duidelijk: dat ben ik ook. Het was een hele opluchting voor mij en het einde van de onbewuste zoektocht naar hoe het bij mij zat.
Tijdens mijn tienerjaren is dit voor mij persoonlijk onduidelijk geweest. Ik merkte op dat ik het niet herkende wanneer mensen mij leuk vonden en flirtten. Ik genoot van de oprechte aandacht en sympathie van de ander en had geen reden om te twijfelen aan de (naar mijn idee platonische) intenties. Totdat ik overdonderd werd wanneer iemand vertelde wat diegene voor mij voelde, om vervolgens te ontdekken dat mijn vrienden verbaasd waren dat ik het zelf niet had ingezien. Zij hadden soms namelijk het vermoeden dat de interesse wederzijds was. Dit hakte er destijds stevig in en bracht mij een onzekerheid die ik overigens goed te boven ben gekomen. Mocht er nu iemand romantische en/of erotische gevoelens voor me ontwikkelen dan weet ik dat het aan de persoon in kwestie ligt en niet aan mij. Ik weet dat ik emoties goed herken maar een blinde vlek heb voor mensen die verblind zijn door de liefde.
Ik hoop dat alle aromantische en aseksuele tieners van dit onderwerp horen, zodat zij zich niet proberen te identificeren met een seksuele voorkeur waarin ze niet passen. En ik hoop dat zij lekker gaan leven en zichzelf leren kennen en ontdekken. Want ook zonder alle romantische en seksuele hustle and bustle is het leven goed, zeker zolang je trouw bent aan jezelf.