Aseksualiteit in Nederland door de jaren heen

Het is deze week Ace Week! Een mooi moment om stil te staan bij noemenswaardige momenten voor de aseksuele gemeenschap in Nederland. Vooral in de afgelopen tien jaar zijn er verschillende van dit soort momenten geweest. Daarom hebben we in teken van Ace Week en ons naderende vijfjarige jubileum een tijdlijn gemaakt.

1970: Hadimassa

Van 1967 t/m 1972 zond de VARA het satirisch televisieprogramma ‘Hadimassa’ uit. Hadimassa bestond uit sketches over verschillende onderwerpen in de samenleving. Het programma werd geregisseerd door Dimitri Frenkel Frank. Onder meer Kees van Kooten, Wim de Bie en Annemarie Oster speelden in de verschillende sketches. [1] Een van de sketches die voor het programma is gemaakt ging over aseksualiteit. Hierin speelde Kees van Kooten waarschijnlijk het eerste aseksuele tv-personage ter wereld. Of de sketch bewust over aseksualiteit als seksuele oriëntatie gaat is de vraag. Wellicht zagen de makers aseksualiteit als een fictief element. De sketch lijkt in ieder geval ongeveer dezelfde definitie te gebruiken voor aseksualiteit als we vandaag de dag doen. De sketch houdt de overgeseksualiseerde maatschappij een spiegel voor. Daarmee geeft deze commentaar op ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving van toen.

De sketch over aseksualiteit was ook toegevoegd aan een compilatie voor het Rose d’Or Festival in Montreux in 1970. Daar werd deze verkocht aan drie omroepen uit Groot-Brittannië, Duitsland en Finland. [2] Interessant feitje: de BBC wilde eerst de sketch over aseksualiteit eruithalen, omdat ze deze te grof vonden, maar door een fout is de ongeknipte versie toch uitgezonden. [3]

Zie ook onze recensie van de sketch.

1991: bevolkingsonderzoek van Nederlandse kranten

De Gemeenschappelijke Pers Dienst, de Rijksuniversiteit Leiden en de Erasmus Universiteit voerden in 1991 het nationale opinieonderzoek ‘De Staat van het Land’ uit. Dit deden ze onder de lezers van 15 regionale dagbladen. Uit het onderzoek bleek dat onder de ongeveer tienduizend deelnemers 1,5% van de mannen en 2,7% van de vrouwen zichzelf aseksueel noemden (zie Afbeelding 1.). [4][5] Voor zover bekend is dit een van de oudste (teruggevonden) bevolkingsonderzoeken waarin aseksualiteit is meegenomen.

Afbeelding 1: een krantenknipsel van een alinea over aseksualiteit in het artikel ‘Anders geaarden hebben het niet makkelijk’ uit het Nieuwsblad van het Noorden (09-11-1991). Het artikel is gebaseerd op het nationale opinieonderzoek ‘De Staat van het Land’, uitgevoerd onder de lezers van 15 regionale dagbladen. [4]

2005: het Nederlandstalige AVEN forum

David Jay startte in 2001 het Asexual Visibility & Education Network (AVEN). Een onderdeel van AVEN is een forum waarop aseksuele personen met elkaar in contact kwamen en een gemeenschap vormden. De aseksuele vlag, de term ‘demiseksualiteit’ en het dragen van een zwarte ring als symbool van aseksualiteit vonden onder meer hun oorsprong op dit forum. Nog steeds is het AVEN-forum een belangrijke plek voor de aseksuele gemeenschap. [6]

Het AVEN-forum is daarnaast beschikbaar in meerdere talen. Zo is er sinds 2005 een Nederlandstalige versie. Lange tijd was dit een van de weinige plekken waar je in het Nederlands informatie kon vinden over aseksualiteit, en met andere Nederlandse en Vlaamse aseksuele personen in contact kon komen. Ook op het Nederlandse forum zijn nog steeds veel mensen actief en worden er nog steeds verschillende uitjes gepland. [7] Het is ook de plek waar een aantal initiatieven vanuit de aseksuele gemeenschap voor zowel Nederland als België begonnen. Op een aantal komen we later terug in deze tijdlijn. Daarnaast biedt het forum ook een plek waar Nederlandse en Vlaamse journalisten en onderzoekers in contact kunnen komen met de aseksuele gemeenschap.

2012: Nederlandse dramaserie Divorce

In december van 2012 begon RTL met het uitzenden van de dramaserie Divorce (2012-2016), die bedacht is door Linda de Mol. In de serie speelt Linda de Mol het personage Desiree Severijn. [8] Het personage had in de eerste twee seizoen een terugkerende bijrol. Ze was eerst de cardioloog van een van de hoofdpersonages, David, en kreeg later een relatie met hem. In hun relatie speelde aseksualiteit een belangrijke rol (zie Afbeelding 2). Nadat Desiree het met David uitmaakte omdat hij vreemd was gegaan met zijn ex-vrouw, komt ze na het tweede seizoen niet meer terug in de serie.  Desiree is het eerste, en tot nu toe enige, terugkerende aseksuele personage in een Nederlandse dramaserie. De uitzending waarin Desiree uit de kast komt zorgde voor een hoger bezoekersaantal op het Nederlandstalige AVEN-forum. [9]

Afbeelding  2: een moment uit Divorce waarin Desiree (Linda de Mol; links) en haar vriend David (Dirk Zeelenberg; rechts) samen een bijeenkomst voor aseksuele personen en hun partners bezoeken. [10]

2015: het Aseksuelen Salon

In samenwerking met COC Nijmegen en het Roze Huis in Nijmegen organiseerden drie aseksuele personen van het AVEN-forum op 28 maart 2015 de eerste bijeenkomst van het ‘Aseksuelen Salon’. Dit was de eerste vaste bijeenkomst voor aseksuele personen in Nederland, die om de maand werd gehouden. [11] Na intern overleg werd er besloten dat 28 mei 2016 de laatste bijeenkomst was. [12] Vanaf september 2016 tot maart 2017 gingen de bijeenkomsten op een andere locatie verder onder de naam Aseksuelen Borrel. Daarna stopte deze door organisatorische reden ook. [13]

Hoewel het Aseksuelen Salon en de Aseksuelen Borrel bij elkaar maar anderhalf jaar hebben bestaan, hebben deze bijeenkomsten wel een belangrijke invloed gehad op bijeenkomsten van aseksuele personen in Nederland. Vóór het Aseksuelen Salon werden op het AVEN-forum geregeld uitjes en bijeenkomsten georganiseerd. Maar het Aseksuelen Salon creëerde een nieuwe basis voor hoe dit type bijeenkomsten eruit kwam te zien en zorgde ook voor een toename aan bijeenkomsten in Nederland. Zo bestaan er op het moment van schrijven bijvoorbeeld drie groepen over het land verspreid die reguliere bijeenkomsten organiseren en is er een vierde aan het opstarten.

2015: Werkgroep Aseksualiteit

Uit de bijeenkomsten van het Aseksuelen Salon kwam de behoefte naar voren aan een belangenorganisatie voor de aseksuele gemeenschap in Nederland. Onder leiding van Juul werd op 1 oktober 2015 de Werkgroep Aseksualiteit opgericht om zichtbaarheid van aseksualiteit in Nederland te creëren. Dit was de eerste Nederlandse organisatie voor de aseksuele gemeenschap. [14] De werkgroep bestond tot maart 2017, en heeft in Nederland een basis gelegd waar onder meer de NOA een aantal jaar later op kon voortbouwen.

2018: aseksualiteit valt niet onder de lhbti-uitzondering voor asiel

Voor zover bekend is Nederland een van de weinige landen waar aseksualiteit een rol heeft gespeeld binnen de rechtspraak, in dit geval bij een asielzaak. De zaak, die van 2017 t/m 2018 liep, ging om een aseksuele man uit Algerije die naar Nederland was gevlucht en om asiel vroeg. Hij werd namelijk door zijn vader uit huis gezet en door mensen die hij kende bedreigd vanwege zijn seksuele oriëntatie en omdat hij niet wilde trouwen met zijn nicht. Omdat de man vond dat aseksualiteit onder de lhbti-uitzondering valt, heeft hij op basis hiervan een verblijfsvergunning aangevraagd in Nederland. De toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft deze aanvraag echter afgewezen. Hoewel hij erkende dat Algerije geen veilig land is voor lhbti-personen, was hij van mening dat aseksualiteit hier niet onder viel en aseksuele personen veilig konden leven in Algerije. De aseksuele man ging hiertegen in beroep en kreeg in 2017 een verblijfsvergunning toegekend van de Rechtbank Den Haag. [5][15] De rechtbank zag namelijk raakvlakken tussen de situatie van de vluchteling en de situatie van lhbti-personen. De toenmalige staatssecretaris ging tegen deze uitspraak in hoger beroep, waarna de Raad van State juist de toenmalige staatsecretaris gelijk gaf en het verzoek afwees. [5][16]

2019: NOA

Op initiatief van Amber Witsenburg (Afbeelding 3) kwam op 9 november 2019 een groep mensen bijeen op het kantoor van COC Nederland om een belangenorganisatie voor aseksuele personen in Nederland op te richten. Deze organisatie werd de Nederlandse Organisatie Aseksualiteit, oftewel de NOA. In de jaren erna werd de NOA steeds groter en bekender, en op 27 februari 2023 is de NOA officieel bij de KvK in geschreven als stichting. Daarmee is het de eerste Nederlandse stichting voor aseksualiteit in Nederland.

Afbeelding 3: NOA-voorzitter Amber die tijdens de Canal Parade 2023 op de boot van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) staat.

2023: aseksualiteit valt onder artikel 1 na grondwetswijziging

Sinds 2010 zijn verschillende Tweede Kamerleden bezig geweest met een wetvoorstel om artikel 1 van de Nederlandse grondwet te wijzigen. Via deze wetswijziging was het doel om ‘handicap’ en ‘hetero- en homoseksuele gerichtheid’ toe te voegen aan de non-discriminatiegronden van artikel 1 in de Grondwet. Dat laatste is tijdens de behandeling in de Tweede Kamer gewijzigd naar ‘seksuele gerichtheid’ [17]. De wetswijzing is uiteindelijk op 17 januari 2023 aangenomen. [18] Of aseksualiteit in deze wetswijziging onder ‘seksuele gerichtheid’ viel was lange tijd onduidelijk. Pas tijdens het laatste debat in de Eerste Kamer op 20 december 2022 verduidelijkte Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop namens de initiatiefnemers dat aseksualiteit ook onder deze term valt binnen de nieuwe wettekst en aseksuele persoon dus ook beschermd worden tegen discriminatie. Deze verduidelijking kwam naar aanleiding van vragen van PvdA-senator Ruud Koole. Naast het feit dat aseksuele mensen hierdoor wettelijk worden beschermd tegen discriminatie op basis van hun seksuele oriëntatie, zorgt deze wetswijziging er ook voor dat aseksualiteit nu wettelijk wordt erkend als seksuele gerichtheid.

Bronnen:

  1. https://tvenradiodb.nl/index.php/68514/hadimassa.html (4-10-2024)
  2. Hadimassa in tien minuten naar drie landen verkocht. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 28-04-1970. Geraadpleegd op Delpher op 16 oktober 2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000033363:mpeg21:p007
  3. NO CRICKET Zeg er ‘ns wat van…. “De Volkskrant”. ‘s-Hertogenbosch, 17-05-1971. Geraadpleegd op Delpher op 16 oktober 2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010848755:mpeg21:p005
  4. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 09-11-1991, p. 36.  Geraadpleegd op Delpher op 16 oktober 2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011019797:mpeg21:p044
  5. Timmerman, S., Witsenburg, A., Berkemeijer, P.: ‘10x vraag en antwoord over aseksualiteit’, Movisie, 2022
  6. https://www.asexuality.org/?q=about.html (16-10-2024)
  7. https://du.asexuality.org/wiki/index.php?title=Hoofdpagina (16-10-2024)
  8. https://www.imdb.com/title/tt2421012/ (16-10-2024)
  9. https://du.asexuality.org/forum/index.php?topic=3962.0 (16-10-2024)
  10. Epskamp, J. (schrijver) & Schuurman, V. (regisseur). (2014, 30 maart) Liefdevol avontuur (seizoen 2, aflevering 3) [Aflevering tv-serie]. In J. De Mol (Producent), S. Van der Oest (Uitvoerend producent), Divorce, Talpa Fictie.
  11. https://du.asexuality.org/forum/index.php?topic=4365.0 (16-10-2024)
  12. https://du.asexuality.org/forum/index.php?topic=4977.0 (16-10-2024)
  13. https://du.asexuality.org/forum/index.php?topic=5160.0 (16-10-2024)
  14. https://du.asexuality.org/forum/index.php?topic=4556.0 (16-10-2024)
  15. Rechtbank Den Haag, uitspraak 5 april 2017, zaaknummer AWB 17/4218, AWB 17/4219 en AWB 17/4206. Geraadpleegd op 18 oktober 2024, van https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBDHA:2017:4449
  16. Raad van State, uitspraak 21 maart 2018, zaaknummer 201703038/1/V1. Geraadpleegd op 18 oktober 2022, van https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2018:1002
  17. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/grondwet-en-statuut/herziening-grondwet#:~:text=Het%20nieuwe%2C%20aangepaste%20artikel%201,ook%2C%20is%20niet%20toegestaan.%E2%80%9D (16-10-2024)
  18. https://nos.nl/artikel/2460196-verbod-op-discriminatie-om-handicap-of-seksualiteit-toegevoegd-aan-grondwet (16-10-2024)

Recensie: De A-seksueel / Hadimassa (1970)

Er zijn maar weinig aseksuele personages in Nederlandse series of films. Een daarvan is bijvoorbeeld Desiree uit de serie Divorce (2012-2016). Maar zij is niet de enige. In het satirisch televisieprogramma Hadimassa (1967-1972) was er een sketch over aseksualiteit, waarin Kees van Kooten waarschijnlijk het eerste (bevestigde) aseksuele tv-personage ter wereld speelde. Zelfs de beschrijving van aseksualiteit komt bijna overeen met de definitie die wij nu gebruiken. Was dit toeval en houdt de sketch stand in de huidige tijd? Onze vrijwilliger Peter schreef er een recensie over.

In 2015 ontdekte Tumblr-gebruiker Tristifere (ondertussen niet meer actief) een scène over aseksualiteit. Deze scène was onderdeel van een compilatie van het programma Hadimassa uit 1970 voor het Rose d’Or Festival in Montreux. [1] Wel een waarschuwing over de inhoud van de sketch: deze bevat seksueel grensoverschrijdend gedrag, conversietherapie, misbruik door een arts en het benoemen van verkrachting.

Hadimassa was een populair satirisch programma dat van 1967-1972 uitgezonden werd door de VARA, en bestond uit sketches over verschillende onderwerpen in de samenleving. Hadimassa werd geregisseerd door Dimitri Frenkel Frank. Onder meer Kees van Kooten, Wim de Bie en Annemarie Oster speelden in de verschillende sketches. [2]

De grappen in de sketch over aseksualiteit bestaan voornamelijk uit overdrijving en insinuatie. Deze leiden tot grovere grappen die niet bij iedereen in de smaak zullen vallen. De overdrijving laat echter wel zien hoe overgeseksualiseerd onze samenleving is. Veel aseksuele personen zullen dit herkenbaar vinden. Het hoofdpersonage Jaap, gespeeld door Kees van Kooten, spreekt over wat wij nu ‘verplichte seksualiteit’ noemen. Hij laat zien hoe hij tegen zijn zin seksueel grensoverschrijdend gedrag moet vertonen om normaal gevonden te worden. Ook zijn vader noemt Jaap een schande voor zijn familie vanwege Jaaps seksualiteit, nadat hij trots vertelt hoe zijn andere zoon een seksueel misdrijf heeft gepleegd. Beide momenten zorgen dan ook voor een interessante dynamiek. Je gaat je afvragen wat het doel is van de sketch.

De sketch is neergezet als een documentaire, door middel van een dramatische voice-over die praat over een nieuwe seksuele minderheid. De voice-over noemt dit ook daadwerkelijk ‘aseksualiteit’. De sketch gebruikt ongeveer dezelfde definitie van aseksualiteit die wij vandaag de dag gebruiken en de scènes kunnen herkenbaar zijn voor aseksuele mensen. Daardoor lijkt het wel alsof aseksualiteit toen een normaal gespreksonderwerp in onze samenleving was. Toch blijft er ook een gevoel hangen dat de sketch een reactie is op de samenleving van die tijd, een tijd waarin de lhbtiqa+-emancipatiebeweging in opkomst kwam en de seksuele revolutie gaande was. De sketch komt als geheel een beetje over  als een standaardreactie: ‘moeten we alles labelen? Zelfs een laag libido hebben?’ Dit is ook terug te lezen in een artikel over deze sketch in de Volkskrant uit 1975 (zie figuur), dat benoemt hoe er het afgelopen jaar veel over seksualiteit was gesproken (zie de uitgeschreven tekst onderaan deze recensie).

Tekst gaat door onder de afbeelding.

Figuur 1: een stukje van de recensie ‘Ongenuanceerd’ van Ineke Jungschleger over een terugblikuitzending van ‘Hadimassa’ uit de Volkskrant van 15-08-1975 [3]

Een laatste scène om te bespreken is een zeer heftige scene waar een dokter benoemt dat een aseksueel persoon alleen nog ‘genezen’ kan worden als die seksuele stimulatie ervaart. Daarna randt deze dokter een aseksuele vrouw aan. De vrouw ondergaat dit gevoelloos en lijkt zich niet bewust te zijn van wat er gebeurt. Ik kan gewoon niet begrijpen dat dit als een normale en grappige scène gezien kan worden. Mijn aanname is dan ook dat deze scène alleen is neergezet omdat de makers ervan uitgingen dat aseksuele personen niet bestaan. Ik weet niet of ik dat positief of negatief moet vinden.

Over het geheel genomen is de sketch een tijdscapsule voor de aseksuele gemeenschap. Deze bevat herkenbare en grappige momenten die het gevoel geven dat aseksualiteit al veel langer dan we denken onderdeel is van onze samenleving. Er zitten echter ook (heftige) scènes en uitspraken in die echt niet meer standhouden in onze tijd. Het is daarnaast lastig te zeggen of er bewust over aseksualiteit is geschreven als seksuele oriëntatie of dat de makers aseksualiteit als een fictief element zagen. Of het goede representatie is, is daarom ook slecht te beoordelen. Het is een product uit een andere tijd, waardoor context verloren is gegaan.

Uitgeschreven tekst Figuur 1:

Omdat ze op zijn kantoor niet mogen merken dat hij a-seksueel is, knijpt hij af en toe maar eens in het vieze dikke achterwerk van de koffiejuffrouw en gaat daarna even braken. Terugkijkend op die 50 minuten bleef de a-seksueel mij het meest bij. Waarom? Ik denk dat alles wat Hadimassa in zijn geheel vijf jaar lang tot een hoog gewaardeerd programma maakte, in dat ene nummer het sterkst geconcentreerd was: sterke tekst, geweldige presentatie (Kees van Kooten overtreft soms Ton van Duinhoven van wie ik toch geneigd ben te denken dat hij de beste televisieacteur van Nederland is) en het gevoel om de zaken op het juiste moment aan te pakken. Wat is er in die vijf jaar eind ’60, begin ’70 ontzettend veel op de televisie gekletst over seksualiteit […].

Bronnen:

  1. Frenkel, D.G. (Regie), 1970, Hadimassa (compilatie voor Montreux-festival), VARA
  2. https://tvenradiodb.nl/index.php/68514/hadimassa.html (4-10-2024)
  3. Ongenuanceerd. “De Volkskrant”. ‘s-Hertogenbosch, 15-08-1975. Geraadpleegd op Delpher op 04-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010881377:mpeg21:p011

Aseksualiteit in de 19de eeuw

Regelmatig wordt er nog gedacht dat aseksualiteit iets nieuws is, dat het is ontstaan op het internet. Maar niets is minder waar. Als je je erin verdiept kom je snel voorbeelden tegen waar, rekening houdend met de tijdgeest, aseksualiteit onder andere namen beschreven lijkt te worden. In het teken van Internationale Dag van Aseksualiteit neemt onze secretaris, Peter, je mee in een gedeelte van de geschiedenis van aseksualiteit. Om precies te zijn de tweede helft van de 19de eeuw.

We zullen beginnen bij de persoon die hoogstwaarschijnlijk de termen heteroseksueel en homoseksueel heeft bedacht. In 1869 schreef de Hongaarse schrijver Karl-Maria Kertbeny (zie afbeelding 1) anoniem twee pamfletten tegen de invoering van de Sodomiewetgeving (‘anti-homowetgeving’) in het toenmalige Pruisen (dat gedeeltes van het huidige Duitsland, Denemarken, Litouwen en Polen bevatte). Kertbeny gebruikte en beschreef in deze pamfletten, in het Duits, de woorden heteroseksueel en homoseksueel. Die laatste gebruikte hij om een term te hebben die neutraal en zonder oordeel is, in tegenstelling tot de term ‘sodomiet’ die toen vaak gebruikt werd. Ook gebruikte hij de term monoseksueel. Hoewel deze term nu gebruikt wordt als tegenhanger van Bi+-identiteiten, en mensen beschrijft die seksuele aantrekking voelen naar één gender, beschreef Kertbeny monoseksueel als iemand die simpel gezegd alleen plezier beleeft met zichzelf. [1][2][3][4]

Oude zwartwit foto van Karl Maria Kerbeny
Afbeelding 1: Een portret van Karl-Maria Kertbeny, ca. 1865. [5]

Ook in wetenschappelijke artikelen verschenen in deze periode verschillende termen die als voorgangers van aseksualiteit gezien kunnen worden. In 1886 publiceerde de Duitse psychiater Richard von Krafft-Ebing zijn werk ‘Psychopathia Sexualis’. [2][6] Hierin beschreef hij, in zijn ogen, seksuele afwijkingen aan de hand van casussen. In tien daarvan constateerde hij ‘Anæsthesia Sexualis’ (vertaling: seksueel anesthesie) bij personen. Von Krafft-Ebing beschreef anæsthesia sexualis als ‘het ontbreken van seksuele gevoelens’ en claimde dat het in al deze gevallen veroorzaakt werd door een ‘degeneratieve afwijking’ of ‘functionele hersenstoornissen’. Ook claimde hij dat het voornamelijk voorkomt bij vrouwen, terwijl het in negen van zijn tien casussen een man betrof. [7][8]

Hoewel Von Krafft-Ebing aseksualiteit pathologiserende, deed niet iedereen die zich bezighield met seksualiteit dit. Neem bijvoorbeeld de Duitse lerares Emma Trosse, naar mijn idee een belangrijke persoon in de geschiedenis van aseksualiteit. Emma Trosse wordt gezien als de eerste vrouw die in een wetenschappelijke context schreef over homoseksualiteit bij vrouwen. [2][3][9][10] In 1895 publiceerde zij anoniem haar werk ‘Der Konträrsexualismus in Bezug auf Ehe und Frauenfrage’ (vertaling: Contraseksualiteit in relatie tot trouwen en het vraagstuk rond vrouwenrechten). Met dit werk kwam ze op voor gelijke rechten voor seksuele minderheden en beargumenteerde ze dat seksuele diversiteit iets normaals en natuurlijks is dat niet genezen kan worden. In hetzelfde werk beschreef ze ook mensen die helemaal geen seksuele verlangens hebben en beschouwde ze dit als een natuurlijk onderdeel van seksuele diversiteit. [3][9][10] Ze gaf het niet hebben van seksuele verlangens de naam ‘Sinnlichkeitslosigkeit’ (vertaling: ‘zonder sensualiteit’ of ‘asensualiteit’) in haar werk van 1897, ‘Ein Weib? Psychologisch-biographische: Studie über eine Konträrsexuelle’ (vertaling: Een vrouw? Een psychologisch-biografische studie van contraseksualiteit). Hiermee beschreef ze mensen die geen ‘sensuele’ of geen seksuele/erotische verlangens hebben. Ook wordt de term door sommigen gezien als de mogelijke oorsprong van het woord ‘aseksualiteit’. Daarnaast was Trosse tegen het medicaliseren hiervan, gezien het een natuurlijke variatie is. Wat de term ‘Sinnlichkeitslosigkeit’ en het werk van Trosse nog specialer maakt, is dat ze in haar werk “Ist ‘freie liebe’ sittenlosigkeit?” (vertaling: Is ‘vrije liefde’ immoraliteit?) ook aangeeft zichzelf zo te identificeren en ze dus mogelijk als aseksuele vrouw opkwam voor aseksualiteit (zie afbeelding 2). [1][2][3][6][9][10][11]

Screenshot van een tekst in het Duits met een aantal zinnen onderstreept.
Afbeelding 2: Een screenshot van een gedeelte van pagina 6 en 7 uit het werk “Ist ‘freie liebe’ sittenlosigkeit?” van Emma Trosse uit 1987. In de tekst is de volgende zin onderstreept: ‘einen Menschen – ohne Sinnlichkeit… Verfasser hat den Mut, sich zu jener Kategorie zu bekennen’. Vertaling: ‘een mens zonder sensualiteit… De auteur is moedig genoeg om zichzelf tot deze categorie te rekenen’ [11]

Een jaar na het eerste werk van Trosse, in 1896, bracht ook de bekende Duitse seksuoloog Magnus Hirschfeld zijn eerste pamflet ‘Sappho und Sokrates’ (vertaling: ‘Sappho en Socrates’) uit. Hirschfeld kwam ook op en wordt als pionier gezien voor homo-, trans- en intersekse rechten. (Wel wil ik hierbij noemen dat Hirschfeld er ook racistische, seksistische en validistische ideeën op na hield en zich bezig hield met eugenetica. [12]) In ‘Sappho und Sokrates’ gebruikte hij, net als Richard von Krafft-Ebing, de term ‘Anæsthesia Sexualis’. Hirschfeld gebruikte de term echter om mensen zonder seksuele verlangens te beschrijven en gaf aan dat dit niet veranderd kan worden. [1][3][6][13] Later, van 1916 t/m 1920, begon hij ook andere termen te gebruiken voor hetzelfde begrip, waaronder ‘aseksueel’, en behandelde hij ook stereotypes. [3][6][14] Maar dat is misschien een onderwerp voor een vervolgartikel over het begin van de 20ste eeuw.

Aseksualiteit werd dus al in de 19de eeuw meegenomen in de discussies over en onderzoeken naar seksuele diversiteit, hoewel misschien onder andere noemers. Rond de eeuwwisseling lijkt ‘aseksualiteit’ wel de gebruikelijke term te worden. Het is daarnaast veelzeggend dat bekende activisten niet alleen het ontbreken van gevoelens/verlangens meenamen en noemenswaardig vonden in de discussie over seksualiteit, maar ze het tevens los zagen van de (heteroseksuele) norm. Ook zijn er negatieve associaties met aseksualiteit terug te vinden, waar de aseksuele gemeenschap nog steeds mee te maken heeft. Kijk bijvoorbeeld naar Richard von Krafft-Ebing, die het ontbreken van seksuele gevoelens/verlangens pathologiseerde en medicaliseerde. En er waren toen blijkbaar al verschillende stereotypes van aseksuele mensen. Dus in tegenstelling tot wat veel mensen denken, gaan de geschiedenis van aseksualiteit en problemen waar aseksuele mensen tegenaan lopen veel verder terug dan de tijd van het internet en sociale media.

Bronnen:

1. https://www.asexuals.net/the-history-of-asexuality/ (12-3-2024)

2. “The LGBTQ + History Book. Big Ideas Simply Explained”, 2023, DK, blz 106-107,122-123

3. Brown, S.J., “Refusing Compulsory Sexuality. A black asexual lens on our Sex-Obsessed Culture”, 2022,  North Atlantic books, blz. 152-158

4. https://outhistory.org/exhibits/show/heterohomobi/karlmaria (12-3-2024)

5. James Steakley – ‘Goodbye to Berlin? 100 Jahre Schwulenbewegung’, 1997, Berlin: Verlag rosa Winkel, blz. 30.

6. https://nothingradical.blog/2021/05/04/the-language-of-asexuality-before-aven/ (12-3-2024)

7. Krafft-Ebing, R. Von. “Psychopathia Sexualis: With Especial Reference to the Antipathic Sexual Instinct”, 2016, Forgotten Books, IBSN: 978-1-330-00862-1, blz. 42

8. Stremel, E. “A History of Asexuality: From Medical Problem to a Recognized Sexual Orientation”, 2022, the Ascendant Historian 2 (June), blz. 68-77.

9. Leidinger, C. “Emma Trosse (1863-1949), verheiratete Külz – Lehrerin, Leiterin, Autorin”, 2011, Mitteilungen der Magnus-Hirschfeld-Gesellschaft 48, Berlin, blz. 17-21

10. https://www.makingqueerhistory.com/articles/2024/1/25/emma-trosse (12-3-2024)

11. Trosse, E. “Ist ‘freie liebe’ sittenlosigkeit?”, 1897, Max Spohr Verlag, Leipzig, blz. 6-7

12. https://xtramagazine.com/culture/books/racism-gay-rights-hirschfeld-225917 (24-3-2024)

13. “The LGBTQ + History Book. Big Ideas Simply Explained”, 2023, DK, blz 138-139.

14.https://www.asexuality.org/en/topic/98639-indirect-mentions-of-asexuality-in-magnus-hirschfelds-books/ (12-3-2024)

Recensie: Baker Thief (2018)

Hoewel er langzaamaan meer representatie van aseksuele personages komt, zijn er nog weinig aromantische personages in boeken en films. Onze vrijwilliger en boekenliefhebber Anja ging op zoek en schreef een recensie van Baker Thief van Claudie Arseneault.

Boekomslag van Baker Thief: een illustratie van een personage met een cape om en lang haar dat op een dak staat en uitkijkt op een stad. Het personage vormt een silhouet tegen een paarsige achtergrond.

Het fantasyboek Baker Thief is geschreven door de Canadese Claudie Arseneault en uitgebracht in 2018. Tot op heden is het alleen in het Engels uitgekomen. Ik had dit boek specifiek voor Aro-week uitgekozen voor de aromantische representatie (afgekort ‘rep’). Daarnaast zit er nog veel meer queer rep in dit boek en het mooiste is dat alle verschillende identiteiten en geaardheden volkomen normaal zijn in de wereld van Baker Thief.

De hoofdpersonen zijn Adèle (demiseksueel, alloromantisch, cisgender vrouw) en Claire/Claude (alloseksueel, aromantisch, genderfluïde). Overdag werkt Claude in zijn bakkerij en ’s nachts gaat Claire op pad om exocores te stelen. Exocores zijn een nieuwe vorm van energie, rode edelstenen die elektriciteit genereren. Maar Claire komt er al snel achter dat ze gemaakt worden van heksen. Adèle werkt bij de politie en als haar exocore wordt gestolen zet ze alles op alles om de dief te pakken. Maar ze weet niet dat de dief, Claire, dezelfde persoon is als de bakker, Claude, bij wie ze elke ochtend een croissant haalt en wie ze steeds leuker gaat vinden.

Wat volgt is een spannend, maar toch enigszins traag verhaal. Adèle en Claire komen elkaar steeds vaker tegen en als Claire’s zus, een heks, verdwijnt, moeten ze samenwerken om het mysterie van de exocores op te lossen en alle heksen te bevrijden. Ondertussen krijgen ze steeds meer (verschillende) gevoelens voor elkaar en weet Adèle nog steeds niet dat Claire en Claude dezelfde persoon zijn.

Naast het verhaal over de exocores richt dit boek zich ook erg op de relatie tussen Adèle en Claire/Claude. Hun identiteiten en geaardheden worden regelmatig benoemd en tot op zekere hoogte ook uitgelegd, maar het voelt nooit alsof het een informatieve les is. Het is voor de verandering ook fijn dat alles expliciet benoemd wordt, want vaak blijven dergelijke dingen in fantasyboeken impliciet en worden niet de termen uit onze wereld gebruikt. Hieronder volgen een paar voorbeelden van hoe demiseksualiteit, genderfluïditeit en aromantiek worden omschreven:

“She had never been with a man before, despite a number of romantic crushes, and listening to him now, the stiff smell of coffee drifting around the bakery, Adèle wondered if Claude might become the first. …Her romantic life could wait until her job had settled, for sure. Besides, it might give her time for a bond to form, and the sexual attraction that sometimes came with it. One could hope, she thought, staring at his golden skin and bright hazelnut eyes.” (p. 10)

“Claude’s simple shirt had felt wrong to wear all day, and the feeling had only worsened now that the sun had set. Nights had been Claire’s long before he had started stealing exocores, and over the last few days his gender had slipped firmly to woman. He had picked up his shirt with embroidery and laced a purple ribbon into his hair – little reminders of femininity that helped him deal with the wrongness brought by male presentation – until he could bust out the skirts again.” (p. 48)

“They’d tried dating for almost an entire year before admitting it didn’t work. The experience had instilled a constant sense of unease in Claire – as if everyone expected something new of her, a different kind of feeling, and it refused to show up. She had struggled to get ‘je t’aime’ past her lips, and even then she had known on the deepest level that she did not mean the same thing as others did. She had felt like a liar and hated herself for it.” (p. 196)

Hoewel de geaardheden van Adèle en Claire/Claude op papier niet samengaan (demiseksueel en alloromantisch tegenover alloseksueel en aromantisch), houdt dat ze niet tegen om over hun gevoelens te praten en te bespreken wat voor relatie voor hen zou werken. Het is een duidelijke les in het belang van communicatie, een les die de hoofdpersonen gaandeweg leren.

Naast de representatie die al genoemd is, zit het boek nog vol andere queer identiteiten. Er zijn meerdere non-binaire personages en hun voornaamwoorden zijn niet alleen they/them, maar ook ol/ols en ne/nem/nir. Ook worden er terloops dingen gezegd die te maken hebben met queerness. Iemand heeft een nieuwe binder. Iemand anders heeft een polyamoreuze relatie. Weer iemand anders heeft twee moeders.

Om nog even terug te komen op de aromantische representatie: behalve Claire/Claude is er nog een aromantisch personage. Zij is een oudere vrouw, wat op zich al bijzonder is voor aro rep.

“She was the Spinster, dubbed this way by her political opponents eager to paint her as an old crooked lady without a husband or children and, as such, unworthy of trust. It hadn’t worked – rather, Denise Jalbert had made it work… in her favour. … her lack of family was proof that a woman’s worth was not defined by children or partner. … She had taught him aromanticism was no hindrance to a full and happy life, and that he should be proud of himself and even flaunt it if others attempted to diminish him for it.”

Kortom, de aro rep, of eigenlijk alle queer rep, in Baker Thief is fantastisch. Het is ook verfrissend om eens een boek te lezen met een personage dat aro is, maar niet aroace, want dat kom je veel vaker tegen. Natuurlijk zou je kunnen zeggen dat Claire/Claude maar één manier laat zien waarop aromantiek zich kan uiten, maar dat geldt voor alle boeken. Het is onmogelijk om alle diversiteit in één verhaal te stoppen (al komt Arseneault aardig op weg). Daarom is het zo belangrijk dat er meer boeken komen met weer andere diversiteit. Zodat iemand die zich misschien niet herkent in Baker Thief zich wel kan herkennen in een ander boek.

Een herkenbare zoektocht: Aseksualiteit in Heartstopper

Hoewel er nog altijd een gebrek is aan representatie van aseksualiteit op TV, zijn er de afgelopen maanden een aantal aseksuele personages bijgekomen in populaire TV-series. Zo heeft aseksueel activist Yasmin Benoit meegeschreven aan het aseksuele personage O in de serie Sex Education. Ook in seizoen 2 van Heartstopper ontdekte een personage dat hij waarschijnlijk aseksueel is. Over dit personage, Isaac, schreven twee van onze vrijwilligers, Peter en Anja, een recensie.

Het personages Isaac staat in een boekenwinkel. Hij houdt een stapel boeken vast en kijkt blij weg van de camera.

Peter

De weg die Isaac dit seizoen bewandelde was er voor mij één met vele momenten van herkenning. Daarnaast was het mooi hoe de serie met tekeningen de momenten benadrukte die voor Isaacs bewustwording van zijn identiteit belangrijk waren en niet de momenten in zijn zoektocht die normaal gesproken als romantisch gezien worden. Voor andere personages werden deze tekeningen namelijk wel gebruikt bij romantische momenten en die waren onderdeel van het ontdekken van hun identiteit. Hierdoor werd duidelijk gemaakt dat de momenten met de tekeningen bij Isaacs zoektocht ook een weg vormen die kan leiden naar je identiteit. En in zo’n zoektocht hoef je geen dingen uit te proberen die je niet wilt, ‘alleen maar om zeker te weten dat het klopt’.

Ook vond ik de verwijzingen naar Isaacs verhaallijn via boeken leuk gedaan, iets wat in deze serie vaker gebruikt om naar verhaallijnen te verwijzen. Zo zag ik in een scène dat het boek Liefdeloos (Loveless, een boek van Alice Oseman) zichtbaar was, vlak voor de scene waarin  Isaac tot de realisatie kwam dat hij misschien ‘anders’ is dan zijn leeftijdgenoten. Dit moment spiegelt de verhaallijn van het hoofdpersonage van Liefdeloos.

Het personage Nick zit op een bed waarop een aantal boeken liggen, waaronder het boek Loveless. Dit boek is rood omcirkeld

Desondanks vond ik de verhaallijn van Isaac niet perfect en had ik meer verwacht. Misschien juist ook omdat Alice Oseman zelf ook aro-ace is. In vergelijking met andere verhaallijnen in de serie voelde de verhaallijn van Isaac veel minder belicht, ook al krijgt hij meer aandacht dan in het eerste seizoen. Daardoor voelde het ook meer alsof er een lijstje werd afgevinkt met de standaard elementen van een aseksuele verhaallijn. Dit terwijl er aspecten waren die beter uitgewerkt en meer belicht hadden kunnen worden. Isaac bleef hierdoor vaak een oppervlakkig personage waar ik juist meer over wilde weten dan alleen dat hij stil is, zijn vrienden steunt en altijd een boek aan het lezen is. Isaacs verhaallijn voelde voor mij als een begin, en hopelijk wordt die in het derde seizoen beter uitgewerkt. Ook ben ik in het nieuwe seizoen benieuwd naar de verhaallijnen van twee andere personages. Een van deze personages is onlangs als aseksueel bevestigd in de strip waarop Heartstopper gebaseerd is. Het andere personage lees ik na dit seizoen als demiseksueel.

Anja

Ik herken mezelf heel erg in Isaac, omdat ik ook een boekenwurm ben. Bij sociale gelegenheden zou ik regelmatig liever een boek lezen, maar dat doe ik niet omdat het sociaal niet geaccepteerd wordt. Isaac kan dat wel doen zonder dat zijn vriendengroep hem buitensluit. Ze betrekken hem nog steeds overal bij en nodigen hem altijd uit.

Dus toen ik hoorde dat er een aro-ace personage in seizoen 2 van Heartstopper zat, hoopte ik al dat het Isaac was (Tori was de tweede op mijn lijst).

Tegelijkertijd snap ik ook heel goed dat sommige kijkers misschien niet blij zijn met deze aro-ace representatie, omdat Isaac toch een beetje een buitenbeentje is en zijn gedrag niet altijd sociaal aanvaard is. Dat bevestigt stereotypen die bestaan over aro-ace mensen.

Dus hoewel ik persoonlijk heel blij ben met Isaac als aro-ace personage, had ik voor de gemeenschap in het algemeen liever een niet-stereotype aro-ace personage gezien.

De manier waarop aseksualiteit en aromantiek worden uitgelegd is heel goed. De scène dat Isaac de kunststudent ontmoet die vertelt dat die aro-ace is vond ik heel mooi. De ervaring van aro-ace zijn wordt mooi omschreven. Ook het moment dat Isaac boos wordt op zijn vrienden gaf heel goed aan hoe frustrerend het kan zijn om je als aro-ace persoon in een allo-wereld (‘allo’ is ‘niet aseksueel’, red.) te begeven.

Stop conversietherapie bij aseksuele mensen

Donderdag 20 juli 2023 werd in België een wetsvoorstel tegen conversietherapie aangenomen. Ook in Nederland ligt er een wetsvoorstel klaar. In hoeverre heeft de aseksuele gemeenschap baat bij een ban op conversietherapie?

Een foto van twee protestborden die op een grasveld liggen met picknickspullen eromheen. Op het linker protestbord staat in gekleurde letters ‘I’m not broken, I’m ace’, en op de rechter staat in zwarte letters ‘If asexuality is an illness I’m calling in asexual to work’.

Aseksuele mensen krijgen regelmatig te maken met conversiehandelingen, maar zij lijken bij dit onderwerp over het hoofd te worden gezien. Sterker nog, mensen lijken te denken dat conversietherapie tot doel heeft mensen aseksueel te maken. Zo staat dit in de definitie van conversiehandelingen in de Memorie van toelichting bij het huidige Nederlandse wetsvoorstel (als veranderen “naar de heteroseksuele of aseksuele gerichtheid”). Ook kwam dit idee vorig jaar naar voren tijdens het liveverslag van de Canal Parade in Amsterdam door AVROTROS. Terwijl Tim den Besten praat over homoseksuele mensen die conversietherapie hebben ondergaan, vraagt presentator Rik van de Westelaken over een van hen “of ben je gewoon misschien een beetje aseksueel geworden?”

Daarom voeren we dit jaar tijdens Pride bij de NOA campagne om dit onderwerp op de agenda te krijgen, zowel in de politiek als binnen de gezondheidszorg. Want het zou raar zijn als conversiehandelingen straks worden verboden voor lhbti’ers, maar door mogen gaan bij aseksuele mensen.

“‘We gaan ervoor zorgen dat je een stoeipoes wordt,’ zeiden ze. Zelfs de seksuoloog had volgens mij niet door dat er zoiets als aseksualiteit bestond. Haar advies: meer tongzoenen, dan zou het gevoel volgen. Dat gevoel volgde niet.”

– Brigitte, Psychologie Magazine

Geaardheid vs. libido

Het maatschappelijk debat rondom dit onderwerp richt zich vooral op conversiehandelingen binnen religieuze context. Aseksuele mensen krijgen daarentegen juist binnen medische context te maken met deze handelingen. Dat komt omdat aseksualiteit nog altijd wordt gemedicaliseerd. Zorgverleners zien aseksualiteit vaak als een gebrek aan libido in plaats van seksuele aantrekking. Je libido wordt gestuurd door hormonen en is dus inderdaad medisch te beïnvloeden. Je seksuele aantrekking is, samen met je romantische aantrekking, onderdeel van je geaardheid, en is niet te veranderen met medicatie of een behandeling. Ook vakliteratuur laat verschillen zien tussen gebrek aan libido en aseksualiteit, en experts zien aseksualiteit, net als wij, als een seksuele oriëntatie (Brotto & Yule, 2017; Gijs et al., 2019).

“Volgens [mijn] therapeut had ik angst voor seks door vaginisme. Ik kreeg een setje ontspanningsoefeningen mee, maar die brachten geen verandering. Toen besloot ik me er niet meer druk om te maken. Seks was iets voor anderen en dat was goed zo.”

– Vanessa, Psychologie Magazine

De data

Maar hoe vaak komen conversiehandelingen voor bij aseksuele mensen? Statistieken voor de Nederlandse context hebben we helaas niet. Wel hebben we statistieken uit internationaal onderzoek en tal van anekdotes van aseksuele Nederlanders – wat laat zien dat het in ons land ook zeker voorkomt. Eén aseksuele persoon vertelt zelfs van drie verschillende negatieve ervaringen in de ggz. In 2018 werd er in het Verenigd Koninkrijk een grootschalig onderzoek gedaan naar de lhbtqia+-gemeenschap. Daaruit blijkt dat hetzelfde percentage van de aseksuele respondenten conversietherapie heeft ondergaan als respondenten die homoseksueel of lesbisch zijn, namelijk 2,3 procent. Bovendien vormen de aseksuele respondenten met 7,9 procent de grootste groep die conversietherapie aangeboden heeft gekregen (zie Figuur 1).

Een staafgrafiek met als titel ‘Percentage van conversietherapie per seksuele minderheid’ en daaronder met een asterisk ‘betreft cisgender respondenten’. Onder ‘conversietherapie doorlopen’ staan de volgende percentages: Aseksueel, 2,3%; Gay/lesbisch, 2,3%; Queer, 1,8%; Panseksueel, 1,5%; Biseksueel, 1,5%. Onder ‘conversietherapie aangeboden gekregen’ staat: Aseksueel 7,9%; Gay/lesbisch, 5,3%; Queer, 5,6%; Panseksueel 5,1%; Biseksueel, 3,7%.
Figuur 1. Het percentage van conversietherapie ondergaan en aangeboden per seksuele minderheid.

Een ander onderzoek met data over dit onderwerp is recentelijk uitgekomen. Dit is een Australisch onderzoek waar een internationale groep respondenten aan heeft meegedaan (waaronder een aantal Nederlanders). Zij kregen meer gedetailleerde vragen over de reacties van zorgverleners nadat respondenten bij hen uit de kast kwamen als aseksueel. Uit de antwoorden blijkt dat het regelmatig voorkomt dat aseksualiteit niet serieus wordt genomen als geaardheid, zorgverleners niet weten wat aseksualiteit is, of aseksualiteit zien als een aandoening die moet worden behandeld. Figuur 2 geeft enkele reacties weer van zorgverleners direct nadat respondenten uit de kast kwamen als aseksueel. Figuur 3 geeft de gevolgen op langere termijn aan van een coming out binnen medische context.

Een tabel met als titel ‘Directe reacties zorgverlener na uit de kast komen als aseksueel’. Hieronder staan de volgende reacties met bijbehorende percentages: Wees aseksualiteit af als optie, 27,3%; Gaf informatie over ‘oorzaak’ van aseksualiteit, 8,9%; Wilde medicatie aanpassen/stopppen, 8,9%; Verwees door naar specialist om aseksualiteit te ‘genezen’, 8,0%; Vertelde respondent dat die een psychische aandoening had, 7,5%; Schreef medicatie voor om aseksualiteit te ‘genezen’, 4,4%.
Figuur 2. Directe reacties van zorgverleners nadat de patiënt uit de kast kwam als aseksueel.

Een tabel met als titel ‘Resultaten na coming-out als aseksueel’. Hieronder staan de volgende resultaten met bijbehorende percentages: Moest op zoek naar nieuwe zorgverlener, 14,0%; Moest ‘huiswerk’ doen rondom seksleven, 12,7%; Doorverwezen voor een hormoontest, 11,5%; Psychische evaluatie ondergaan, 5,8%; Doorverwezen naar specialist vanwege aseksualiteit, 5,5%; Libidoverhogende medicatie voorgeschreven, 3,3%; Diagnose HSDD of vergelijkbaar gehad, 1,5%.
Figuur 3. Resultaten voor aseksuele patiënten na uit de kast komen als aseksueel bij een zorgverlener.

“Ik kwam bij de GGZ op mijn 16e en ik wist op dat moment al dat ik aseksueel was. Dus ik kwam ook binnen van ‘ja schrijf dat maar in je dossier op, succes ermee.’ En daar werd toen heel heftig op gereageerd. Daar werd onmiddellijk gezegd, ‘nou, dat moet onderdeel uitmaken van een of andere mentale stoornis die je hebt.’”

– Chel, Radio Weetlust

Wetgeving

Op 5 augustus 2022 werd door een aantal Tweede Kamerleden een wetsvoorstel tegen conversiehandelingen ingediend. Op een eerdere versie van het voorstel gaven wij bij de NOA een reactie. Het voorstel en de bijbehorende Memorie van toelichting zijn inclusiever geworden, waardoor aseksuele mensen die binnen religieuze context conversiehandelingen ondergaan nu beschermd worden. Zoals gezegd krijgen aseksuele personen echter vaker te maken met deze handelingen binnen medische context. Daartegen is helaas geen bescherming binnen het kader van het voorstel. In een nieuw document hebben wij daarom opnieuw een reactie gegeven met uitleg waarom het wetsvoorstel dat er nu ligt nog steeds niet toereikend is voor de aseksuele gemeenschap.

“Ik gaf [bij een diagnostisch gesprek] aan dat ik geen seksuele gevoelens heb. ‘Ah, je bent aseksueel,’ zei de vrouw die het gesprek leidde. Ik voelde me zo gezien! Later las ik het verslag van de diagnose door: ik had een trek (zo noem je dat geloof ik) voor schizofrenie, omdat ik geen behoefte had aan seks. Ik was met stomheid geslagen.”

– Daniël, Expreszo

Allonormativiteit

De Nederlandse maatschappij wordt gekenmerkt door allonormativiteit (allo = niet-aseksueel). Dat betekent dat men ervan uitgaat dat iedereen seksuele aantrekking ervaart en deelneemt aan een cultuur van seksualiteit. Doe je dat niet, dan moet dat al snel ‘gefixt’ worden. Niet alleen aseksuele mensen hebben hier last van. Iedereen die (even) niet op zoek is naar seks, een lager libido heeft of bepaalde seksuele handelingen niet wil of kan doen krijgt te maken met stigma. We moeten daarom het idee normaliseren dat niet iedereen behoefte heeft aan seks. Dat is niet iets dat je moet willen genezen. Hooguit kun je mensen helpen dat van zichzelf te accepteren in een geseksualiseerde maatschappij.

Bronnen:
Brotto, L.A. & Yule, M. (2017). Asexuality: Sexual orientation, paraphilia, sexual dysfunction, or none of the above? Archives of Sexual Behavior, 46(3), 619-627.

Daniël. (2023). Seks is zo belangrijk, ik snap het niet. Expreszo. https://expreszo.nl/seks-is-zo-belangrijk-ik-snap-het-niet/

Gijs, L., Van Houdenhove, E., Enzlin, P. (2019). Aseksualiteit: Een kennismaking. De Psycholoog, 5(54), 54-59.

Roggeveen, G. (presentator). (2022). Aflevering 212: LGBTQQIP2SAA+. Radio Weetlust. https://sleutelstad.nl/programma/radio-weetlust/uitzending/2022-07-31/

Government Equalities Office. (2018). National LGBT survey: Research report. https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/721704/LGBT-survey-research-report.pdf

Van Ankeren, J. (2019). 5 mensen over hun aseksualiteit – ‘Seks? Nee, bedankt’. Psychologie Magazine. https://www.psychologiemagazine.nl/artikel/aseksualiteit/

Wood, K. (2023). ’I don’t know if this counts but…’ Asexual Lived Experiences Survey 2021: Final Report. Ace & Aro Collective AU & ACT Aces. https://acearocollective.au/read-the-report/

Tips voor communiceren binnen een relatie

Goede communicatie binnen een relatie is altijd belangrijk, maar wellicht nóg belangrijker als je verschillende behoeftes hebt op het gebied van intimiteit en seks. Daarom hebben we een aantal tips op een rijtje gezet voor aseksuele mensen die (willen) daten of een relatie aangaan met niet-aseksuele mensen, evenals voor niet-aseksuele mensen die een relatie willen of hebben met een aseksuele persoon.

Tips voor aseksuele mensen

Wanneer je gaat daten of een relatie begint als aseksueel persoon met iemand die niet aseksueel is, kun je je misschien onzeker voelen en/of je eigen wensen voor wat je in een relatie wilt uit het oog verliezen. Daarom hebben we de volgende tips die je zelf kan doornemen of met je (toekomstige) partner kan bespreken.

  • Als je gaat daten met niet-aseksuele mensen en je wilt geen seks, communiceer dit dan zo vroeg mogelijk, vooral als het serieuzer begint te worden.
  • Communiceer met elkaar. Wat wil je wel en niet? Denk hierbij ook aan veilige seks: wil je bijv. wel of geen condoom gebruiken?
  • Zou een relatievorm als een open of polyamoureuze relatie bij je passen? Zo niet, voel je niet gedwongen om zo’n relatievorm aan te gaan vanwege je partner of uit angsten die je hebt.
  • Als je gaat experimenteren: wees er duidelijk over dat je aan het experimenteren bent.
  • Als je achteraf gezien iets toch niet prettig vond, bespreek het dan met elkaar.
  • Als je iets de vorige keer hebt gedaan, betekent het niet dat je dat de volgende keer ook wilt.
  • Je mag altijd nee zeggen. Let op je eigen grenzen. Je hoeft je niet schuldig te voelen en je hoeft niet over je eigen grenzen heen te gaan om een ander te plezieren.
  • Zodra iemand je probeert te manipuleren om iets te doen dat je niet wil: dat is een rode vlag! Wellicht is het beter om de relatie te beëindigen.

Tips voor niet-aseksuele mensen

Niet-aseksuele partners van aseksuele mensen moeten vaak rekening houden met dingen waar ze in het begin niet bij stilstaan en die vroeger wellicht vanzelfsprekend leken. Misschien voel je je onzeker en ben je bang over de grenzen van je partner heen te gaan. Daarom onze tips om in gedachten te houden.

  • Weet dat je een aseksuele persoon niet kunt ‘fixen’.
  • Aseksualiteit is voor iedereen anders. Durf vragen te stellen aan je partner.
  • Je partner kan zich schuldig voelen en het idee hebben niet genoeg te ‘geven’. Geef je partner de ruimte om zorgen te delen en, als die ongegrond zijn, stel hen dan gerust.
  • Verdiep je in aseksualiteit. Lees ervaringsverhalen.
  • Respecteer de grenzen van je partner.
  • Praat je partner geen schuldgevoel aan.
  • Blijf communiceren. Maak duidelijk dat je ergens mee stopt als je partner nee zegt.
  • Trek de aseksualiteit van je partner niet in twijfel omdat diegene seks met je heeft (gehad). Iemand die zich identificeert als aseksueel heeft meestal een hele zoektocht achter de rug. Neem dat serieus.
  • Weet dat een open of polyamoureuze relatie niet altijd de oplossing is voor een verschil in behoeftes. Dat past niet bij iedereen.
  • Als je toch het idee hebt dat je partner niet aan je behoeften kan voldoen, ga dan het gesprek aan. Het kan zijn dat je relatie toch niet werkt. Dat is jammer, maar het kan beter zijn die te beëindigen als je er niet tevreden mee bent.

Meer tips?

Natuurlijk zijn er nog meer aspecten van relaties en intimiteit die je kunt bespreken met je (toekomstige) partner. Daarnaast is het bij iedereen anders hoe en wanneer je deze onderwerpen bespreekt. Hopelijk hebben wij hiermee een voorzet kunnen geven. Misschien heb je zelf ook wel tips voor anderen. Laat deze dan vooral achter in een reactie.

Voor meer tips kun je ook terecht bij de YouTube video ‘How to Talk to Allos: Neogtiating Intimacy When You’re Asexual’ van Ace Dad Advice of het boek ‘Ace Notes: Tips and Tricks on Existing in an Allo World’ van Michele Kirichanskaya.

Tips voor aromantische aseksuele personen

Figuur 1: De aromantische aseksuele vlag. Deze vlag is voor mensen die zich identificeren als zowel aromantisch als aseksueel. De vlag bestaat uit 5 horizontale strepen in de kleuren (van boven naar beneden): oranje, geel, wit, blauw en donker blauw.

We groeien op in een samenleving met het idee dat je een romantische relatie aangaat, gaat samenwonen en kinderen krijgt. Als je erachter komt dat je aromantisch en aseksueel bent, kan het betekenen dat de toekomst die je voor ogen had niet meer reëel is en je mogelijk het toekomstbeeld moet bijstellen. Maar misschien heb je ook te maken met onbegrip vanuit je omgeving. Je kan je er onzeker over jezelf of de toekomst door voelen, misschien zelfs door een proces gaan met emoties van rouw of verdriet. Daarom heeft onze vrijwilliger Jan (die zich identificeert als aromantisch en aseksueel) een aantal tips om je hierbij te helpen.

·         Trek je niets aan van (voor)oordelen van andere mensen, je bent niet verantwoordelijk voor de vertrutting van Nederland of het onvervulde verlangen naar kleinkinderen van familieleden etc.

·         Geloof in jezelf. Je kent jezelf het beste en weet wie je bent en wat je wel of niet wil of wenst. Zo kan je sociaal zeer vaardig zijn, ook al kan je je niet inleven in bijv. de verliefdheid of lust die een ander persoon ervaart.

·      Onderzoek, indien je dat wenst, of je enige vormen van sensuele, platonische, esthetische of toch een vorm van romantische aantrekking ervaart en dit (niet) prettig vind. Denk bijvoorbeeld aan het voeren van een diepgaand gesprek, het doen van activiteiten samen met een ander, het geven van een knuffel of een hand, of naast iemand op de bank zitten.

·         Leg onbegrip van buitenstaanders naast je neer. Wanneer mensen zich geen leven als aromantisch en aseksueel persoon kunnen voorstellen, maken ze soms negatieve opmerkingen vanuit hun onbegrip. Dit heeft niets met jou als persoon te maken, wel met het inlevingsvermogen en respect van de persoon die de opmerking maakt.

·         Single leven is prima als je dat wenst, ook al is er in de maatschappij een consensus dat je gelukkig bent wanneer je in een relatie zit. Als jij gelukkig bent door single te zijn is dat ook een prima optie. Misschien vind je juist een relatie wel fijn of kies je misschien (in overleg) voor een relatie met een openere/andere vorm; denk bijvoorbeeld aan queerplatonische relaties of polyamorie. Het belangrijkste is dat het iets is wat je zelf wilt en waar je gelukkig van wordt.

·         Ga na hoe en met wie je graag wilt wonen. Wil je graag zelfstandig wonen of is een vorm van gemeenschappelijk wonen beter voor je?

 

Aseksueel in Amerika

Arike van de Water

De NOA wordt steeds internationaler! Onze nieuwe vrijwilliger, Arike van de Water (zij/haar, ze/zir), woont in de Verenigde Staten. Zij geeft een inkijkje in zir leven en beschrijft hoe de aseksuele gemeenschap in San Francisco zich heeft georganiseerd.

Een persoon met bril, petje en kleding in spijkerstof zit wijdbeens met zir armen op zir knieën gesteund op een aantal grote stenen in het bos. Ze heeft wandelschoenen aan en kijkt lachend de camera in.

Tijdens de pandemie hebben Californiërs de kunst van het terrasje pikken geleerd. Niemand kon binnen zitten en dus kwamen de tafels naar buiten en werd de winkelstraat afgezet voor auto’s. De aseksuele meet-upgroep in de San Francisco Bay Area steunde elkaar de afgelopen jaren in de Discord-server als het erg eenzaam werd. Deze zomer leek het veilig genoeg elkaar buiten te ontmoeten, dus stelde ik het terrasje voor van ons vaste stamcafé in de South Bay. Klokslag één uur op zondagmiddag kwamen de acht aan die ik verwachtte, en nog meer, en nog meer, totdat we als een aseksuele amoebe de helft van het terras in beslag namen. We konden weer kletsen bij de koffie.

Ik vertrok zeven jaar geleden uit Nederland voor familie. Er was nog weinig bekend over aseksualiteit, en ik had zelf net voorzichtig een teen uit de kast gestoken. Ik had niet veel meer informatie dan wat blogs op het internet en onderzoek bij Atria in Amsterdam me konden vertellen. Ik woonde aan de andere kant van het land van Arnhem, waar net wat aseksueel activisme begonnen was. De onzichtbaarheid, het gebrek aan woorden en zelfkennis zat als een zuur stuk appel vast in mijn keel. Er zal toch wel iemand als ik in San Francisco wonen, dacht ik.

En San Francisco bleek een groep te hebben: Asexuality SF, die haar ontmoetingen, georganiseerd door Mary Kame (ook bekend als sennkestra), rond de baai roteert. Dus elk kwartaal kan ik op de fiets naar een meet-up. De eerste keer zat ik er stilletjes bij, haast dronken van de surreële realisatie dat mensen als ik echt bestonden, aan dezelfde tafel. Meet-ups bestaan vooral uit kletsen over hobby’s of eindelijk mensen spreken met dezelfde ervaringen. De bijeenkomsten worden aangekondigd op social media.

De extravertere mensen uit de groep gaan in juni naar San Francisco om mee te lopen in de grote parade – vier uur wachten en een uur wuiven en folderen en joelen. Gevolgd door samen een uur stil op onze telefoons zitten in de binnentuin van het Twittergebouw. De groep had ook een stand tijdens de Oakland parade in september. Vóór de pandemie organiseerden we ook elk jaar een conferentie van een dag voor aseksuele mensen zelf, om de diepte in te gaan over activisme, relaties, stijl, seks en alles wat ons bezighield.

Een persoon met blauw haar en een bril staat in een paars pak voor een voordeur. Ze houdt een parasol in regenboogkleuren over zir rechter schouder en kijkt lachend de camera in.

Tijdens de pandemie is de gemeenschap online wat hechter geworden en kwamen er elke week wel een paar mensen bij die zichzelf aan het ontdekken waren terwijl ze thuis zaten. Mensen deelden hun kooktips en naaiwerk, en vroegen om hulp als ze bijvoorbeeld een kamer zochten of een therapeut. Nu we elkaar weer kunnen zien, zijn een paar vrijwilligers spontaan hikes en uitjes voor boba thee gaan organiseren. Onafhankelijk ontmoeten kinky aces elkaar maandelijks in een lokale club voor een non-seksuele munch. Ook komt er jaarlijks een groep rond Fanime, het lokale anime con, bij elkaar. Ik kom daarnaast ontzettend veel aces tegen op plekken die sociaal en creatief zijn – in volkstuinen, bij volksdansen, creatief schrijven, TTRPG spellen en LARP oneshots.

Mijn vriendenkring in de bredere LHBTI+-gemeenschap is ook gegroeid. Ik krijg gemengde reacties van queer alloseksuelen. Vaak is aseksualiteit informeel bekend en wordt het overwegend in positief licht gezien, maar de meningen of aseksualiteit deel uitmaakt van de LHBTI+-gemeenschap verschillen. Aseksualiteit wordt daarnaast niet genoemd in wetgeving, schoolcurricula en trainingen over seksuele diversiteit. Soms voelt het nog steeds alsof we behoorlijk onzichtbaar zijn. Het is alsof we een geheime club zijn die elkaar vindt via zwarte ringen en stickers en pride pins.

We zijn nog op weg naar een ‘nieuw normaal’. In februari doen we mee aan een grote landelijke conferentie voor LHBTIQA+-actvisten, getiteld ‘Creating Change’. Als lokale groep organiseren we een tweetal panels: een voor ‘diepe educatie’ en een voor activisten uit de gemeenschap om met elkaar te praten. TAAAP, het ace & aro activistenproject, organiseert daarnaast een conferentie dat een dag lang zal duren. Het zal een mix zijn van workshops voor mensen die strijden voor gelijke rechten, en mogelijkheden tot netwerken voor aseksuele en aromantische mensen. Die komen van over het hele land naar San Francisco vliegen voor het weekend.

We zijn nog op weg naar een ‘nieuw normaal’. In februari doen we mee aan een grote landelijke conferentie voor LHBTIQA+-actvisten, getiteld ‘Creating Change’. Als lokale groep organiseren we een tweetal panels: een voor ‘diepe educatie’ en een voor activisten uit de gemeenschap om met elkaar te praten. TAAAP, het ace & aro activistenproject, organiseert daarnaast een conferentie dat een dag lang zal duren. Het zal een mix zijn van workshops voor mensen die strijden voor gelijke rechten, en mogelijkheden tot netwerken voor aseksuele en aromantische mensen. Die komen van over het hele land naar San Francisco vliegen voor het weekend.

Ik was ontzettend blij om te horen dat de aseksuele gemeenschap in Nederland ook goed bezig is. Ik heb veel bewondering voor al het werk dat ik jullie zie doen. Ik kom graag een keer op bezoek als ik in Nederland ben en jullie zijn absoluut uitgenodigd als je een keer in noord-Californië bent.

Recensie: HannaH (2022)

Door: Amber Witsenburg

In mei kwam het boek HannaH van Edith van Walsum uit. Een interessant boek voor de aseksuele gemeenschap, want dit is een van de eerste boeken in de Nederlandse literatuur waarin een personage uit de kast komt als aseksueel. Het verhaal gaat over twee tegenpolen, namelijk de extraverte en levenslustige Hannah, en de schuchtere en in zichzelf gekeerde Karel. Als tieners hebben ze kort verkering met elkaar, maar het gaat al snel uit door hun verschil in behoeftes. Jaren later komen ze elkaar weer tegen en groeien ze naar elkaar toe.

Het boek is opgezet in hoofdstukken die afwisselend vanuit het perspectief van Hannah of Karel zijn geschreven. Daardoor krijg je een kijkje in het leven van beide personages en wordt het contrast tussen de twee duidelijk. Hannah is levendig, actief, extravert en sensueel. Karel is saai, passief, introvert en aseksueel. Daarbij wordt Hannah’s sensualiteit helaas als positiever neergezet dan Karels aseksualiteit.

Perspectief op seks
Toch wordt seks in dit boek ook niet altijd positief gerepresenteerd, en dat vond ik interessant en verfrissend aan dit verhaal. Hoewel duidelijk wordt dat Hannah erg van seks houdt, heeft zij ook meerdere nare ervaringen met seksuele intimidatie en seksueel geweld.[1] Daardoor leert Hannah dat seks niet altijd geweldig is.

Terwijl Hannah haar visie op seks herziet, blijft Karel het zijn hele leven verafschuwen. Hoewel hij zijn afkeer van seks op overdreven en soms komische wijze beschrijft, kan ik me goed inleven in hoe hij zich voelt. Wat ik echter problematisch vind is dat Karels aseksualiteit wordt geassocieerd met kenmerken die ik ben tegengekomen als stereotypes van aseksualiteit. Hij wil niet aangeraakt worden, kan zich niet redden in sociale situaties en heeft geen vrienden; ook stereotype kenmerken van autisme. Daarbij heeft hij een jeugdtrauma omdat hij veel is gepest, en lijkt hij zelfs last te hebben van een Oedipuscomplex: met zijn moeder houdt hij zijn hele leven een hechte band, terwijl hij en zijn vader elkaar haten.[2] Dit zijn allemaal stereotypes van aseksuele mensen, die kunnen leiden tot meer vooroordelen, zoals het vooroordeel dat aseksualiteit een symptoom is van een aandoening.

Uit de kast

Ook Karels passieve houding maakt zijn hoofdstukken bijna vervelend om te lezen. Hoewel Hannah ook allemaal nare dingen meemaakt, weet ze telkens actie te ondernemen om uit die situaties te komen. Karel laat het leven daarentegen maar over zich heen komen. Pas aan het einde van het boek wordt hij gedwongen actie te ondernemen, omdat hij beseft dat hij anders Hannah, en zijn laatste kans op levensgeluk, zal verliezen.

Hij komt daarom uit de kast bij Hannah. Dit was een enigszins vreemde ontwikkeling aan het einde van het boek, want vóór dat moment is nog niet gebleken dat Karel überhaupt van aseksualiteit heeft gehoord, laat staan dat hij weet dat hij zelf aseksueel is. Hij heeft het in ieder geval niet van zichzelf geaccepteerd, want hij biecht het vol schaamte op en wil ook maar één keer benoemen wat hij is: “aseksueel of in het beste geval demiseksueel”. Een tekortkoming vindt hij het. Iets waar hij de prachtige, leuke Hannah niet mee wil opzadelen. Ook zij heeft het er moeilijk mee. Ze kan toch zeker niet leven als non in een relatie met hem? Daarbij heeft ze erg veel medelijden met Karel, die zonder seksualiteit door het leven moet. Alsof ze opeens is vergeten dat seks voor haar ook niet altijd leuk is geweest.

Open einde
Het is jammer dat het boek kort na dit moment al is afgelopen, want voor mijn gevoel is er nog zoveel meer te vertellen. Karel legt nooit een weg af naar zelfacceptatie en Hannah wordt zich niet bewust van de parallel tussen hun verhalen. Zij heeft een hele periode in haar leven dat seks haar zo tegenstaat dat ze zich wellicht net zo voelt als Karel, maar hier wordt aan het einde van het boek niet naar terugverwezen. Dit terwijl deze realisatie haar zou kunnen helpen Karel te accepteren zoals hij is.

Al met al heb ik dus het gevoel dat het boek kansen laat liggen om tot een mooi afgerond geheel te komen. Ook het feit dat aseksualiteit in het personage van Karel wordt gelinkt aan allerlei stereotypes is ontzettend jammer en de representatie van aseksualiteit blijft daarbij vrij oppervlakkig. Het is fijn om aseksualiteit eens in een Nederlands boek benoemd te zien, maar volgende keer mag het van mij beter worden uitgewerkt.


[1] Deze ervaringen worden gedetailleerd beschreven, dus alvast een waarschuwing daarvoor.

[2] Ik heb al eerder geschreven over de representatie van aseksualiteit als gevolg van trauma, een idee dat de wereld in werd geholpen door de (Freudiaanse) psychoanalyse. Freud dacht dat zowel homoseksualiteit als aseksualiteit het gevolg was van een traumatische gebeurtenis tijdens de Oedipale fase. Hoewel het boek dit verband niet expliciet legt, wordt de suggestie wel gewekt, zeker door de rare verhouding die Karel heeft met zijn ouders.